De toezichthouder deed onderzoek naar de naleving van voorwaarden waaronder de
UMTS-licenties aan vijf telecombedrijven zijn gegeven. Op Telfort na voldoen
alle bedrijven aan de voorwaarden, maakte het agentschap van het ministerie
van Economische Zaken donderdag bekend.
Behalve Telfort, dat toen nog een zelfstandige onderneming was, kregen KPN,
T-Mobile, Orange en Vodafone in 2000 een UMTS-vergunning. Dat gebeurde via
een veiling, die de staat een paar miljard opleverde.
De licenties werden verstrekt op voorwaarde dat de bedrijven op 1
januari 2007 hun UMTS-netwerk hadden uitgerold. Zij moeten daarvoor hun
eigen frequenties gebruiken en zorgen voor voldoende dekking en een
minimumserviceniveau.
Volgens de toezichthouder biedt Telfort wel UMTS-diensten aan, maar gebruikt
het telecombedrijf de frequentieruimte niet volgens de afspraken. Het
bedrijf gebruikt de frequentieruimte van moederbedrijf KPN en laat de eigen
ruimte onbenut. Dat vindt de toezichthouder uit concurrentieoverwegingen
geen goede zaak.
Telfort krijgt de tijd om alsnog te voldoen aan de vergunningseisen. Lukt dat
niet, dan kan het bedrijf een boete krijgen die kan oplopen tot 5 miljoen
euro per kwartaal met een maximum van 40 miljoen euro. Telfort kan ook zelf
vragen de vergunning in te trekken. De vrijgekomen frequentieruimte wordt
dan opnieuw geveild.
KPN liet via een woordvoerder weten de frequentieruimte van
dochterbedrijf Telfort "absoluut'' te gaan benutten. Maar het telecombedrijf
wil eerst zijn eigen UMTS-ruimte gebruiken. "Dat is bedrijfseconomisch en
technisch gezien de slimste manier'', aldus een woordvoerder. KPN zal de
toezichthouder zijn zienswijze uiteenzetten.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl